Als kapelaan aan het hof van bisschop Burkhardus van Cambrai, sloot zich Hugo,
eerst kleriker aan de collegiale kerk van zijn geboortestad Fosses-la-Ville
(bij Namen), de hl. Norbertus aan, die hij op 26 maart 1119 in Valenciennes
leerde kennen. Hij voelde zich vooral door het ideaal van Norbertus’ radikale
navolging van Christus aangetrokken en werd al gauw zijn rechte rechte hand
als plaatsvervanger in de leiding van het moederklooster Prémontré.
Na de benoeming van de ordensstichter tot aartsbisschop van Maagdenburg kozen
de medebroeders hun prior Hugo na 1128 tot eerste abt van Prémontré.
Hij bouwde de abdijkerk en de konventgebouwen. Om de eenheid tussen de talrijke
stichtingen van Norbertus te bevestigen, riep hij de oversten van alle huizen
tesamen tot een colloquium, dat na dien de vorm van generaalkapittel aannam.
Bovendien stelde hij de eerste statuten en het eerste ceremonieboek met liturgische
voorschriften van de premonstratenzerorde samen en liet het leven van de hl.
Norbertus opschrijven. Dank zij Hugo wird een institutie geschapen, die het
de jonge orde mogelijk maakte door de eeuwen heen te blijven bestaan. Hij wordt
gezien als de grote organisator en als eerste generaalabt van de premonstratenzers,
hij had wezenlijk aandeel aan de innerlijke vestiging en de vlugge opbloei van
de orde, die onder zijn leiding tot op over 100 kloosters aangroeide. 1161 dankte
Hugo, na 33 jaar abt van Prémontré geweest te zijn, af en stierf
op een 10e februari, vermoedelijk in het jaar 1164.
Relikwiën: Rome
Bevestiging van de cultus: 13 juli 1927 door Pius XI
Ikonografie: als ordensman met kapuce, als abt, met kelk en almutium, model
van een kerk, boek met statuten en / of liturgie, bij een ontmoeting met Burkhardus
en Norbertus, door Norbertus aan de Verrezene voorgesteld.