Siardus stamt uit een fries adelsgeslacht en studeerde in de kloosterschool
van Mariengaarde, waar toendertijd de hl. Fredericus abt was. Hier vroeg hij
waarschijnlijk voor 1175 om opname in het noviciaat. Na 20 jaren kloosterleven
werd hij 1194 tot vijfde abt van Mariengaarde gekozen. Niets in zijn houding
verschilde hem van zijn medebroeders, niet wat betreft habijt, eten of woonverhoudingen.
Zo leidde hij als goede herder zijn klooster en wel op materieel als ook op
spiritueel gebied. Mariengaarde werd een bloeiende abdij. Als Siardus zich op
reis begaf, nam hij steeds een grote korf of mand met brood mee, om zijn proviant
aan de armen te verdelen. Hij bezat het charisma, haat te sussen en strijdende
parteien te verzoenen. Siardus begeleidde zijn medebroeders bei de handarbeit,
vooral op het veld. Onder aanleiding van hun abt reciteerden de premonstratenzers
van Mariengaarde de psalmen tijdens het werk. De medebroeders, die het huis
moesten verlaten, wensde hij drie dingen: een vrolijk begin van de reis, een
vredevol oponthoud en een goede terugkeer. Na 36 jaar als abt beeindigde Siardus
zijn aardse leven op 13 november 1230.
Relikwiën: Tongerlo, Windberg en Leffe
Bevestiging van de cultus: 22 januari / 8 maart 1728 door Benedictus XIII
Ikonographie: als abt, brood aan arme en pelgrims verdelend, met gesel, kruis
en zegepalm.