Bronislawa (1203-1259), die met 16 jaar bij de Premonstratenzerinnen van Zwierzyniec
was ingetreden, maakte indruk op haar tijdgenoten zowel door haar gebedsleven,
door haar diepe verering van het H. Kruis als door haar krachtdadige hulp aan
de mensen in nood. De bevolking riep Bronislawa aan als haar patrones. Men noemde
haar de ”engel van troost”, want ze hielp de zieken, deelde geneesmiddelen
uit en gaf voedsel en kleding aan de behoeftige. Tijdens de inval van de Tataren
in Krakau en tijdens de pest trok ze zich vaak terug in de eenzaamheid van de
Sikornik-heuvel. Daar vertrouwde ze haar zorgen en die van haar medemensen toe
aan Gods barmhartigheid. De overlevering zegt dat Jezus haar in een visioen
heeft toegesproken: ”Bronislawa, uw kruis is mijn kruis, mijn heerlijkheid
zal ook de uwe zijn.”
Sinds haar dood in 1259 groeide de verering van Bronislawa bij de gelovigen in Polen en tot ver over de grenzen (gebeden, bedevaarten, patronaten). Zo bevestigde Paus Gregorius XVI in 1839 haar cultus als zalige. De inspanningen van het Poolse episcopaat in 1947 voor de heiligverklaring, werden verhinderd door het communisme. In 2002 hebben de Premonstratenzerinnen het initiatief genomen. Sindsdien zetelt de historische Commissie onder de leiding van kardinaal Franciszek Macharski en sinds 2005 van kardinaal Stanislaw Dziwisz; Vicepostulator is priorin Paula Torczynska OPraem (Krakau). De postulator heeft op 6 juni 2005 de opening van het diocesane proces aangevraagd (supplex libellus). We hopen dat het wonder, dat in aanmerking komt, de erkenning zal krijgen van de artsen!